Ga naar de inhoud

Luc Tuymans

Belgisch kunstschilder

Der diagnostische Blick IV
1991  | Private collectie
Permanente bruikleen afgestaan aan het Museum De Pont, Tilburg
Formaat 57 × 38,2 cm | Litho

Luc Tuymans (Mortsel, 1958) is een Belgisch kunstschilder. Tuymans is een belangrijk figuur in de generatie van Europese figuratieve schilders die roem verwierven op een moment dat velen geloofden dat een aloud medium zoals schilderkunst niet langer relevant was vanwege het nieuwe digitale tijdperk.

Veel van Tuymansˈ werk gaat over morele complexiteit, meer bepaald het naast elkaar bestaan van ˈgoedˈ en ˈkwaadˈ. Zijn onderwerpen variëren van grote historische gebeurtenissen zoals de Wereldoorlog II  en de Holocaust tot het schijnbaar onbelangrijke of banale, zoals bijvoorbeeld behangpapier, kerstdecoratie of alledaagse voorwerpen.

De figuratieve schilderijen van de kunstenaar bevatten weinig kleur en worden gemaakt met snelle penseeltrekken met natte verf. Tuymans laat zich inspireren door foto’s en filmbeelden die hij haalt uit de media maar ook door zijn eigen foto’s en tekeningen. Zijn werken zijn vaak met opzet onscherp; het wazige effect wordt doelbewust gecreëerd met verfstrepen, het is niet het resultaat van een zogenaamde wegveegtechniek. Tuymans geeft een semantische vorm aan de filosofische inhoud van zijn werk. Zijn vaak allegorische titels voegen aan zijn werk nog een laag beeldspraak toe, een laag die verder gaat dan het zichtbare.

Een kenmerk van Tuymansˈ werk dat daarmee samenhangt, is dat hij vaak in reeksen werkt,
een methode waarbij een beeld een ander beeld opwekt en waardoor beelden tot in het oneindige geformuleerd en geherformuleerd kunnen worden. Zijn eerste bekende schilderij dateert uit 1972 en het eerste schilderij dat publiek werd tentoongesteld, maakte hij in 1977 en kreeg de titel ˈSelf-Portraitˈ. 

Tussen 1980 en 1985 stopte Tuymans met schilderen en ging hij experimenteren met film. Zo maakte hij onder andere ˈFeu d’artificeˈ. Toen Tuymans in 1985 opnieuw begon te schilderen, veranderde hij zijn techniek en sindsdien heeft hij nooit meer langer dan één dag aan een schilderij gewerkt. 1978 focust Tuymans zich met zijn schilderijen op de Europese nagedachtenis van Wereldoorlog II.

Een van zijn werken uit deze periode is een klein schilderij uit 1986 van de gaskamer in Dachau, getiteld ˈGaskamerˈ. Het uitgangspunt voor dit schilderij was een aquarel dat hij ter plaatse had gemaakt. 

Veel van Tuymansˈ werk gaat over morele complexiteit, meer bepaald het naast elkaar bestaan van ˈgoedˈ en ˈkwaadˈ. Zijn onderwerpen variëren van grote
historische gebeurtenissen zoals de Wereldoorlog II 
en de Holocaust tot het schijnbaar onbelangrijke of banale, zoals bijvoorbeeld behangpapier, kerstdecoratie of alledaagse voorwerpen.

De figuratieve schilderijen van de kunstenaar bevatten weinig kleur en worden gemaakt met snelle penseeltrekken met natte verf.

Tuymans laat zich inspireren door foto’s en filmbeelden die hij haalt uit de media maar ook door zijn eigen foto’s en tekeningen. Zijn werken zijn vaak met opzet onscherp; het wazige effect wordt doelbewust gecreëerd met verfstrepen, het is niet het resultaat van een zogenaamde wegveegtechniek.

Tuymans geeft een semantische vorm aan de filosofische inhoud van zijn werk. Zijn vaak allegorische titels voegen aan zijn werk nog een laag beeldspraak toe, een laag die verder gaat dan het zichtbare.
Een kenmerk van Tuymansˈ werk dat daarmee samenhangt, is dat hij vaak in reeksen werkt,
een methode waarbij een beeld een ander beeld opwekt en waardoor beelden tot in het oneindige geformuleerd en geherformuleerd kunnen worden.

Zijn eerste bekende schilderij dateert uit 1972 en het eerste schilderij dat publiek werd tentoongesteld, maakte hij in 1977 en kreeg de titel ˈSelf-Portraitˈ. 

Tussen 1980 en 1985 stopte Tuymans met schilderen en ging hij experimenteren met film. Zo maakte hij onder andere ˈFeu d’artificeˈ.

Toen Tuymans in 1985 opnieuw begon te schilderen, veranderde hij zijn techniek en sindsdien heeft hij nooit meer langer dan één dag aan een schilderij gewerkt. 1978 focust Tuymans zich met zijn schilderijen op de Europese nagedachtenis van Wereldoorlog II.
Een van zijn werken uit deze periode is een klein schilderij uit 1986 van de gaskamer in Dachau, getiteld ˈGaskamerˈ. Het uitgangspunt voor dit schilderij was een aquarel dat hij ter plaatse had gemaakt. 


Zoals J.S. Marcus van The Wall Street Journal schreef, heeft dit schilderij ˈde manier van schilderen vereenvoudigd… het perspectief afgeplat,
de kleur en de richting van de compositie verzacht… Om het schilderij te redden doet hij het bijna verdwijnen.ˈ

Eind jaren 70 begint Tuymans ook portretten van zichzelf te schilderen, net als denkbeeldige portretten, anonieme personen en historische en publieke figuren.

Zijn portretten nemen alle persoonlijkheid weg, waardoor het lichaam gaat lijken op een lege huls en het gezicht op een masker.  Een ander voorbeeld van deze figuratieve portretten is Der diagnostische Blick, een reeks van tien schilderijen uit 1992, gebaseerd op klinische afbeeldingen van lichamen en lichaamsdelen die hij vond in een handboek geneeskunde over lichamelijke aandoeningen.

Het jaar 1992 betekende de internationale doorbraak voor de carrière van Tuymans. Verschillende solotentoonstellingen van zijn werk (in Kunsthalle Bern bijvoorbeeld) en zijn deelname aan Documenta IX te Kassel, met Jan Hoet als curator, vergroten zijn internationale faam.

1995-2006

Sinds 1995 verwierf Tuymans almaar meer internationale roem. Hij nam deel aan meer
dan 140 groepstentoonstellingen en verzorgde
47 solotentoonstellingen in Europa, Noord-Amerika en Azië. Tussen 1995 en 2006 maakte hij 198 werken die hij klasseerde als schilderijen, verschillende muurschilderingen en wandtapijten.

In 2000 trok Tuymans de aandacht met zijn reeks politieke schilderijen Mwana Kitoko (mooie blanke jongen), geïnspireerd op het staatsbezoek van koning Boudewijn aan Congo in de jaren vijftig. Deze werken werden in 2000 tentoongesteld in de David Zwirner Gallery en het jaar daarop in het Belgische paviljoen van de Biënnale van Venetië.

Vanaf 2007

Sinds 2007 nam Tuymans deel aan meer dan
200 groepstentoonstellingen en verzorgde hij meer dan 30 solotentoonstellingen in Europa, Noord-Amerika en Azië. In deze periode (2007-2019) maakte hij 180 werken die hij klasseerde als schilderijen, en ook verschillende muurschilderingen en wandtapijten.

Muurschilderingen.

In 2013 bracht Tuymans in de Staatsschauspiel
Dresden twee permanente muurschilderingen aan op de hoofdtrappen van het gebouw in de Theaterstrasse, gebaseerd op de schilderijen ˈPeachesˈ (2012) en ˈTechnicolorˈ (2012). ˈArenaˈ (2017) is de meest
recente muurschildering die de kunstenaar heeft gemaakt, voor het Museum voor Schone Kunsten in Gent. Dit werk is een fresco dat uit drie delen bestaat

en zich op het einde van een afgeronde museumzaal bevindt.

Mozaïeken.

Het eerste mozaïek dat Tuymans maakte, was Dead Skull, 2010, in opdracht van het MAS, Museum aan de Stroom, als permanente installatie op het museumplein op de Hanzestedenplaats in Antwerpen.

In 2019 maakte Tuymans zijn tweede mozaïek ˈSchwarzheideˈ voor zijn tentoonstelling ˈLa Pelleˈ in het Palazzo Grassi in Venetië. Dit werk werd uitgevoerd door Fantini Mosaici uit Milaan en is gebaseerd op Tuymans’ gelijknamige olieverf op doek uit 1989 van een Duits kamp met dwangarbeiders.

Het volledige beeld kon je alleen zien vanaf de balustrades die uitkijken op het atrium van het Palazzo Grassi.

Grafische werken

Vanaf eind jaren 80 begon Tuymans te experimenteren met drukwerk. Zo bouwde hij een grafisch oeuvre van een 90-tal werken op die, net als zijn schilderijen, de klemtoon leggen op het overbrengen en het vertalen van beeldmateriaal uit de massamedia. Hij werkt met verschillende drukmethodes: fotokopie, inkjet, offsetdruk, monoprint, zeefdruk, steendruk, etsen en zilvergelatinedruk. Net als bij zijn schilderijen lijken zijn gedrukte beelden vaak onduidelijk of afgezwakt.