Louis Paul Boon
Schrijver
Lodewijk Paul Aalbrecht (Louis Paul) Boon was een Belgisch schrijver van onder meer poëzie, romans, novellen, pornografie, cursiefjes (Boontjes), kunst- en literaire kritieken. Daarnaast was hij kunstschilder. Hij is vooral bekend van de romantriptiek ″De Kapellekensbaan″ (1953), ″Zomer te Ter-Muren″ (1956) en ″Menuet″ (een korte roman uit 1955).
Interbellum
Louis Paul Boon ging tot zijn 16de naar school en moest daarna zijn vader helpen als gevel- en pistoolschilder. Hij werd van school gestuurd wegens het bezit van verboden boeken. In zijn vrije tijd kon hij lessen aan de Aalsterse Academie voor Schone Kunsten volgen.
Tweede Wereldoorlog
Het uitbreken van de oorlog in mei 1940 maakte een abrupt einde aan de rust van Boon. De eerste dag al werd hij gevangen genomen en als krijgsgevangene naar Fallingbostel gebracht. Vier maanden later,
in augustus 1940, mocht hij naar huis. Zijn ervaringen als soldaat zijn beschreven in de eerste kronieken van ″Mijn kleine oorlog″ (1947).
Boons debuutroman ″De voorstad groeit″ werd in manuscript in 1942 bekroond met de Leo J. Krynprijs, waar Willem Elsschot in de jury zat. De roman beschrijft het leven in de allerlaatste straat van een voorstad in aanbouw, vandaar de titel.
Na de oorlog
Als vernieuwer van het na oorlogs proza manifesteerde Boon zich voor het eerst met de publicatie van ″Mijn kleine oorlog″ (1947), dat bestaat uit iets meer dan dertig kronieken over de oorlog, elk zo’n anderhalve bladzijde lang en veelal afgerond met een pointe.
Boons dubbeltalent zou in zijn gehele carrière als schrijver en schilder tot een geweldige productie leiden, met name in de jaren vijftig en zeventig (qua schrijfwerk) en de jaren zestig en zeventig (qua schilder- en beeldhouwwerk).
Uitgaven van zijn boeken volgden elkaar in razend tempo op: ″De Kapellekensbaan″ (1953), ″Menuet″ (1955), ″Zomer te Ter-Muren″(1956 ), ″De bende van Jan de Lichte″ (1953/1957) en ″De Paradijsvogel″ (1958).
De Kapellekensbaan en Menuet zijn Boons meest vertaalde romans. Zij verschenen onder andere in het Duits, Engels, Noors, Zweeds, Pools, Frans, Spaans, Hongaars, Portugees, Deens en Italiaans.
In de jaren zeventig publiceerde Boon enkele historisch georiënteerde romans zoals in 1971 ″Pieter Daens″. ″De Zwarte Hand″ (1976) gaat over de ‘anarchisten’ die Aalst aan het begin van de twintigste eeuw onveilig maakten en schetst het ‘dubbelleven’ van een erotisch ontspoorde politieman.
Postuum verschenen onder andere ″Het geuzenboek″ (1979) en ″Eros en de eenzame man″ (1980) dat Boon op zijn 67ste verjaardag voltooide, iets minder dan twee maanden voor zijn dood op 10 mei 1979 in zijn huis in Erembodegem.
Beeldende kunst van Boon.
In juni 1986 was er ophef omdat de tentoonstelling van de ″Fenomenale Feminateek″ van Boon, een collectie van vrouwelijk naakt, in het Cultureel Centrum van Lede op bevel van de burgemeester door de politie werd gesloten. In 2008 was er ophef omdat diezelfde tentoonstelling, in het FotoMuseum van Antwerpen verboden werd door de provinciale overheid.
Mogelijke Nobelprijs
Zeker na het verschijnen van de Engelse vertaling van ″De Kapellekensbaan″ in 1972 werd Boon beschouwd als een serieuze kandidaat voor de Nobelprijs Literatuur.
Boon was uitgenodigd door de Zweedse ambassade voor een bezoek op 11 mei 1979, mogelijkerwijs om te horen dat hem de Nobelprijs was toegekend, maar de dag ervoor overleed hij aan zijn schrijftafel. De prijs wordt alleen aan levende schrijvers toegekend.
‘De viezentist die met me meereist’
We kennen Louis allemaal als literair schrijver, maar hij heeft eveneens flink wat cursiefjes en zelfs enkele scenario’s voor strips geschreven. Wie een ietsje interesse toont voor de schone kunsten weet dat hij verdienstelijk schilderde. En als je een wat hoger cijfer op de jaarteller hebt, kan je hem als pretmaker op de televisie hebben gezien.
Maar in Aalst stond Louis ook bekend als viezentist. Een ietwat onfrisse bijnaam die hij mogelijk aan
″Mieke Maaike″ te danken had. En aan de eenzame man. Maar wellicht is de ultieme boosdoener toch vooral zijn ″Fenomenale Feminateek″. Vandaag ontloop je op het internet nauwelijks naakte vrouwen, maar Louis heeft dertig jaar verzameld, geknipt en geplakt. In zijn vrije tijd weliswaar.
Zijn verzameling van ruim 20.000 erotische foto’s catalogeerde hij naar eigen criteria. In een schriftje hield hij nauwgezet, als een soort index, zijn vondsten bij. Hij scheidde de meisjes van de vrouwen, de pin ups van de huisvrouwen, de Noorse van de Deense.
Hij is er al een hele tijd niet meer, maar soms voelt het alsof hij met me meereist. Als ik de ″Feminateek″
doorblader zie ik hem aan zijn tafeltje zitten, gretig in de weer met magazines, schaar en lijm. ″Het werk schiet goed op, maar het is nog lang niet af″, zegt hij.
Ik zie hem voor het kleine huis aan de Dendermondsesteenweg staan, starend naar de plek op de voorgevel waar zijn gedenkplaat hangt. Hij wandelt langs de Dender en wijst naar het gebouw waar hij in de kelders als klusjesman en schilder werkte.
Hij zit op een terras en zwaait naar mij. Ik zwaai terug, maar twee vrouwen kijken elkaar verwonderd aan.
Haast elke dag grijp ik willekeurig een boek van Louis, blader er begerig door en lees een aantal paragrafen. Maar ieder jaar, op de eerste dag van de lente, jagen we er samen ″Memoires van de Heer Daegeman″ geheel door. We zitten naast elkaar in de zetel met een pintje binnen handbereik. Elk om beurt lezen we hardop een paar bladzijden. En als we erdoorheen zijn, staat de viezentist op en zegt: ″Om te schrijven wat in mijn hoofd zit, zou ik tweehonderd jaar moeten leven″.
Op 10 mei 1979 overleed Boontje aan zijn schrijverstafel.
Luc Bombeeck , 02 maart 2023.
Sedert 2022 wordt de ″Boon Literatuurprijs voor Fictie en Non-fictie″ en de ″Boon Literatuurprijs voor Kinder- en Jeugd Literatuur″uitgereikt als erkenning voor het grote belang van Louis Paul Boon voor de Nederlandstalige literatuur. Dit is één van de belangrijkste literatuurprijzen van Vlaanderen en Nederland.
